Moeilijke kwesties in de bedrijfsartsenpraktijk (2)

Inleiding
De NVAB-Commissie Beroepsuitoefening en Ethiek wil bedrijfsartsen graag ondersteunen in moeilijke situaties. Maar wat zijn moeilijke situaties bij de advisering aan werknemers en werkgevers? Hoe herken je ze en wat doe je dan?

Er is meestal niet één goede oplossing of één advies. Bij twijfel kun je het beste samen met een collega nagaan of je mogelijk zaken over het hoofd ziet. Het is ook goed om je te realiseren dat er belangen kunnen zijn. Er is niet voor elke casus specifiek één goede aanpak, wel levert analyse een betere onderbouwing van de gekozen weg.

Onderstaand een voorbeeld, gebaseerd op casuistiek die de NVAB-Vraagbaak werd voorgelegd. Het doel is niet om te zeggen hoe het moet, maar om systematiek aan te brengen in werkwijze, analyse, benoemen van de perspectieven en verschillende waarden en normen om zo te komen tot onderbouwing en meer opties voor je verdere handelen. Dat leidt tot kwaliteitsverbetering en meer duidelijkheid over waarom je tot een bepaalde beslissing en advies kwam. De werkwijze is beschreven in de Methode Moreel Beraad, NVAB 2002.

Casus: Verpleegkundige met niertumor?
Een 40-jarige verpleegkundige vertelt dat ze behandeld is voor een niertumor. Ze overhandigt informatie van de specialist aan de bedrijfsarts. Ze heeft haar werk nog niet hervat in verband met vermoeidheidsklachten en wordt begeleid door een psycholoog (verwezen door de bedrijfsarts). Onder collega’s en leidinggevende rijzen twijfels over het gedrag van hun afwezige collega. De bedrijfsarts vraagt met schriftelijke toestemming van betrokkene zelf informatie op bij de specialist. Het ziekenhuis antwoordt dat ze betrokkene niet kennen.

Hoe nu verder?
De bedrijfsarts weet niet goed wat te doen, allerlei scenario’s dienen zich aan, allerlei mitsen en maren…

“Hoe pak ik het aan? Moet ik iets aan de werkgever vertellen? Wat? Moet ik deze verpleegkundige confronteren? Hoe? Het beroepsgeheim, ze liegt, dit is niet/wel eerlijk voor de collega’s en de werkgever. Ik ben boos, ik voel me bedrogen.”

Aan de hand van het stappenplan moreel beraad overlegt ze met een collega, en weegt de voor- en nadelen van de verschillende mogelijkheden. De bedrijfsarts besluit de verpleegkundige uit te nodigen voor het spreekuur en te confronteren met de feiten. In elk geval is de bedrijfsarts wel eerlijk en zo kan ze uitleg vragen en schetsen wat de mogelijkheden zijn voor de werkneemster.

Eén mogelijkheid is dat de verpleegkundige direct haar werk gaat hervatten. De ander mogelijkheid is dat er een deskundigenoordeel wordt gevraagd bij het UWV.

Deze keus kan de relatie met de verpleegkundige onder druk zetten. Aan de andere kant: zij is niet oprecht en er is schade bij de collega’s en de werkgever. In zekere zin wordt haar autonomie nog gerespecteerd, en het beroepsgeheim niet geschonden.

Deze bedrijfsarts koos er in dit geval voor dat eerlijkheid het zwaarst weegt en gaat de verpleegkundige confronteren.

Zijn er andere mogelijke handelwijzen?
Iedere situatie en iedere bedrijfsarts kan een andere keus maken. Wat is in dit geval in deze situatie het belangrijkst voor jou, voor de werkgever, voor de collega’s?

Verder lezen over liegen/oneerlijke werknemers?
Praktijkdilemma’s voor bedrijfs- en verzekeringsartsen (Praktijkdilemma’s voor bedrijfs – en verzekeringsartsen door Andre Weel, Marja Kelder en Noks Nauta, Bohn Stafleu van Loghum, 2005), blz. 31-37.